EVA (2015)
'De vrede van God is altijd beschikbaar'

Eva 10, Eva van de Maand, pagina 12 | Bron: eva.eo.nl Tekst: Inge-Mirjam Bosveld | Beeld: Ruben Timman Visagie en styling: Vera Timman

“Bidden en spreken met God begint bij Gods onvoorwaardelijke liefde en aanvaarding. Als je beseft dat Hij altijd liefdevol naar je kijkt en geen voorwaarden stelt, gebeurt er iets met je. Dat maakt dat je je veilig voelt en je open durft te stellen.” Annemarie Rietkerk (48) heeft dit in haar eigen leven ervaren. Ze is een bidder, haar leven lang al.

We voeren ons gesprek tussen de verhuisdozen. Een KPN-monteur doorkruist de kamer om de broodnodige internetverbinding aan te leggen. Amper vier dagen geleden is Annemarie met haar gezin neergestreken in Utrecht. Maar Eva is welkom om te praten over haar (gebeds)leven, Gods onvoorwaardelijke liefde en over Beth Moore. “Ik gun het andere vrouwen ook zo om in een intieme relatie met God te leven. ”De verhuizing betekende voor het hele gezin afscheid nemen van een warme gemeente in Zoetermeer, en afscheid nemen gaat niet zonder pijn. Echtgenoot Mark is beroepen als predikant in de vinexwijk Leidsche Rijn. “Toen Mark mij het predikantsprofiel liet lezen, schrok ik. Het paste zo bij hem. Ik wist: ‘Dit zou wel eens van God kunnen zijn’. Maar ik dacht ook: ‘Daar gaan we weer!’ Ik verlangde er niet naar om weer mijn boeltje op te pakken en te verhuizen.”

'Dat vlaggen is ook een vorm van aanbidding voor mij'


Godsbeeld
Bidden is van jongs af aan heel normaal voor Annemarie. “Ik ben opgegroeid in een warm, liefdevol gezin. Mijn Godsbeeld is voor een belangrijk deel bepaald door hoe mijn vader was. Hij is bijna 79 en nog steeds een trouwe voorbidder. Mijn vader bad altijd hardop, recht uit zijn hart met veel liefde en passie voor mensen en voor God. Ik dacht dat het overal zo was. Zo heb ik geleerd dat ik zoals ik met jou praat ook met God kan praten. Ik hoef geen moeilijke woorden te gebruiken of een speciaal toontje. Mijn moeder was en is een lieve, zorgzame, maar ook wel angstige vrouw. Ik was een fragiel, onzeker meisje dat vaak ziek was. Op mijn negende verhuisden we naar een andere stad en ging ik naar een Gereformeerd Vrijgemaakte school. Ik kwam als enige in de klas niet uit de Vrijgemaakte kerk. Dat wisten alle kinderen. Het voelde alsof we niet goed genoeg waren. Wij hadden maar een klein gezin, terwijl de andere kinderen allemaal uit grote gezinnen kwamen.
Tijdens een les legde een leerkracht het verschil uit tussen ‘buiten verband’ en ‘binnen verband’. In mijn dagboek uit die tijd beschrijf ik hoe die les voor mij voelde en dat ook mijn beste vriendinnetje zei dat de meester heel lelijk over ons had gepraat. De nadruk lag op hoofdkennis en feiten. Ik kon op mijn bed een handstand doen en ondertussen alle profeten opnoemen. Maar ik herinner mij niet dat ik veel geproefd heb van de liefde van Jezus. Op die school heb ik sterke afwijzing ervaren. Maar ik vertelde het aan niemand. Het voelde voor mij als een keurslijf. Ik wist precies hoe ik mij gedragen moest, hoe het hoorde. Toch verloor ik een stukje van mijzelf. Ik leek misschien een vrolijk kind, maar vanbinnen was ik angstig en eenzaam. Een stukje van mij raakte bevroren en versteend. Wegslikken, flink zijn en niet voelen werd mijn overlevingsmechanisme dat ik ook als volwassene bleef hanteren. Ik was mij daar alleen niet van bewust.”
Keukentafelministry
Op haar 20ste ontmoet Annemarie Mark tijdens een jeugdweekend. Ze trouwen terwijl Mark nog studeert. Annemarie verdient de kost bij het Nederlands Bureau voor Toerisme. Na vijf jaar huwelijk verwachten ze hun eerste kindje. “Als ik nu terugkijk, was ik altijd heel veel dingen aan het doen voor God. We waren betrokken in de kerk. Daarnaast had ik een ‘keukentafelministry’. Ik had contacten met moeders van school die helemaal niets wisten over het geloof. Ik verlangde er zo naar dat ze Jezus zouden leren kennen en ik voelde me over-verantwoordelijk. Op een gegeven moment was het alsof God me op de schouder tikte en zei: ‘Annemarie, wat ben je toch druk in de weer om die boom uit de grond te trekken terwijl ik je enkel vraag een paar plantjes water te geven.’ Toch was het ook een goede tijd! Ondertussen vroegen we ons wel af wat God nog meer voor ons in petto had. We baden en eerst gebeurde er niks. In Psalm 37:3 en 4 staat: ‘Stel heel uw vertrouwen op de HERE en doe wat Hij goed vindt. Woon rustig in uw woonplaats en zorg dat u in alles trouw bent. Verheug u in de HERE; dan zal Hij erop toezien dat u alles krijgt wat u nodig hebt en waarnaar u verlangt.’ Dus dat probeerden we. Op een gegeven moment ontstond het idee dat Mark theologie zou gaan studeren. We zetten stapjes in geloof en ervoeren dat God die stapjes bevestigde door te voorzien in wat nodig was. Mark zegde zijn baan als consultant op en met ons gezin vertrokken we naar de Verenigde Staten voor zijn studie theologie. 3,5 jaar leefden we zonder inkomen. Dat was spannend. In eerste instantie was ons gezegd dat ik met mijn parttime studentenvisum aan de opleiding van Mark wat geld zou kunnen verdienen met kinderoppas of door schoon te maken. Maar dat bleek niet zo te zijn.
Ik heb in die tijd wel geworsteld met God: Hadden we Hem verkeerd begrepen? We moeten toch ook leven? God liet mij liefdevol zien dat Hij echt te vertrouwen is. Gelukkig hadden we gespaard en onze familie steunde ons. Maar steeds werd er ook op onverwachte manier voorzien. Zo bracht de orthodontist voor de beugel van onze dochter eenmalig een heel laag bedrag in rekening. Toen ik navroeg of het wel klopte, zei de assistente: ‘Just receive it!’ Doordat ik niet mocht werken, had ik mijn handen vrij om andere dingen op te pakken. Ik sloot me aan bij een bijbelstudiegroep en kwam zo ‘toevallig’ in aanraking met de studies van Beth Moore. Wat mij trof in de studies was de persoonlijke relatie die Beth heeft met God. Haar onderwijs wekte een verlangen in mij om ook zo dicht bij God te leven en Hem te betrekken bij alle details van mijn leven. Om open en transparant te zijn. Beth is écht en haar onderwijs is praktisch. Ze maakt zichzelf niet mooier dan ze is. Dat deed iets met mij. Die vriendelijke ogen van God die op mij gericht zijn, ongeacht wat ik doe. Dat raakte mij op een nieuwe manier. En de studies hielpen mij om zelf de pareltjes in de Bijbel te ontdekken. Toen we teruggingen naar Nederland heb ik een paar studieboeken van Beth meegenomen. En ben ik in Zoetermeer begonnen met een bijbelstudiegroep. Nu zijn er vier studies in het Nederlands vertaald, de vijfde is op komst en ik heb contact met 100 contactpersonen voor de Beth Moore-studiegroepen. Dit alles begon enkel met een verlangen en gebed.”

'Wegslikken, flink zijn en niet voelen werd mijn overlevingsmechanisme'


Predikantsvrouw
Aan haar nieuwe rol als domineesvrouw moest Annemarie wel wennen. En het afscheid van vrienden in de VS viel haar zwaar. “Op een avond toen ik alleen thuis was, had ik een flinke huilbui. Daarna heb ik een knop omgezet. Ik was niet erg genadig naar mijzelf en vond dat ik flink moest zijn. We hadden toch zelf voor deze weg gekozen? Nu weet ik dat het gezond is en goed om te rouwen als je mensen los moet laten die je dierbaar zijn. Ik ben zoveel milder voor mijzelf. Vroeger zeiden mensen vaak dat ik een sterke vrouw was. Maar het negeren van je gevoelens maakt je niet tot een sterke vrouw. Ik geloof dat je pas sterk bent, als je kwetsbaar durft te zijn. Eenmaal terug in Nederland moest ik ook wennen aan mijn nieuwe rol als predikantsvrouw. Ik heb moeten leren omgaan met de verwachtingen van mensen. Ook voelde ik mij eenzaam. Die moeilijke dingen hield ik voor mijzelf. In het contact met sommige mensen werd iets getriggerd van het gevoel van mijn basisschooltijd, van dat kleine meisje dat in het keurslijf moest. Ik deelde het met God: ‘Heer, ik loop tegen dingen aan waar ik wel vanaf zou willen om vrijer in het leven te staan. Moet ik daar hulp voor zoeken of is dat overdreven? Als U denkt dat dit goed voor mij is, laat U het mij dan zien.’ Ik heb dit maar één keer gebeden. Drie maanden later, tijdens de laatste ochtendbijeenkomst van een New Wine-conferentie werd er een uitnodiging gedaan voor gebed die voor mij leek te zijn. Een voor mij onbekende vrouw zong voor mij een Engelse hymne: Turn your eyes upon Jesus, en bad dat God met zijn liefde nog veel dieper in mijn hart kon komen. Dat raakte mij zo diep. Na de conferentie volgden er gesprekken met deze vrouw die therapeut bleek te zijn. In die gesprekken werd ik mij bewust van mijn eenzaamheid en leerde ik mijn overlevingsmechanisme kennen. Deze vrouw weerspiegelde voor mij de liefde van Jezus. Zij was echt een geschenk uit de hemel! Zij wees altijd naar Jezus en nooit naar zichzelf. Het is zo liefdevol van God hoe Hij mensen op je weg brengt die je helpen om Hem te ontmoeten, zodat je in zijn goedkeurende, aanvaardende ogen kunt kijken. Daar ben ik zo dankbaar voor!”
Krampachtig
Met de ontwikkeling van haar relatie met God is ook het bidden van Annemarie anders geworden. “Ik was een serieus meisje, dus maakte ik vroeger heel consciëntieus gebedslijstjes. Want stel dat ik iemand beloofd had dat ik voor hem of haar zou bidden en ik zou het vergeten? God heeft die gebeden ook zeker gehoord, maar het was niet ontspannen. Dat krampachtige van de lijstjes heb ik losgelaten. Nu probeer ik in mijn gebed gevoelig te zijn voor de Heilige Geest. Daardoor kan er een situatie of persoon in mijn gedachten komen waarvoor ik mag bidden. Als ik mijn dagelijkse dingen doe, praat ik met God. Op zondagochtend pak ik nog wel eens mijn vlaggen. Terwijl Mark op zijn studeerkamer zijn preek doorneemt, zet ik een mooie cd op met geestelijke muziek. Ik richt mij op God en bid korte zinnen: voor Mark, voor de dienst, voor open harten. Terwijl de vlaggen bewegen, hoef ik even niet te denken, waardoor ik ontvankelijker ben voor de Heilige Geest. Soms krijg ik een beeld of een persoon in gedachten. Die persoon of situatie breng ik dan voor Gods troon. Dat vlaggen is ook een vorm van aanbidding voor mij. Mijn armen zijn gewoon te kort om mijn liefde voor God te uiten! We hebben net een heel hectische verhuizingstijd achter de rug. Toch heb ik ook daarin echt rust van God ervaren.
Zo werd ik op een ochtend wakker met een lange to-do-lijst. Maar ik koos ervoor om eerst te gaan zitten met koffie en mijn bijbel. En las in Numeri 6:25-26 (vert. NBV, red.). Toen ik halverwege de tekst was, scheen ineens de zon in volle sterkte in mijn gezicht. Op dat moment ervoer ik hoe de woorden die ik net las, landden in mijn hart. Ik was ontroerd, de tranen stroomden over mijn wangen. Gods liefdevolle ogen zijn op mij, zijn licht schijnt over mij. Ik had die woorden al zo vaak gehoord, maar nu raakten ze mij diep. Dat zonlicht was er ook geweest als ik niet met mijn bijbel open aan tafel had gezeten. Dan had ik waarschijnlijk gedacht: ‘Fijn, de zon schijnt weer na al die sombere regenachtige dagen.’ Nu herinnerde het mij eraan dat ik samen met Hem door deze dag mag wandelen en dat Hij manna geeft voor elke dag. In wat voor omstandigheden ik ook ben, er zijn twee dingen die ik kan doen: mij richten op de omstandigheden of richten op God. De vrede van God is altijd beschikbaar.”

Wil je weten wat ik te bieden heb?

GA NAAR DE WORKSHOPS
Share by: